De oogst is net genoeg voor een maaltje en het doppen kost behoorlijk wat tijd. Maar wat zijn ze lekker! Bovendien zijn verse kapucijners lastig in de winkel te krijgen. Reden genoeg om kapucijners zelf te kweken.

Verschillende soorten Kapucijners

Er bestaan stam-kapucijners en rijs-kapucijners. De stam-kapucijners, bijvoorbeeld de Desiree, groeien laag. Ze worden maximaal 1 meter hoog. De Rijs-kapucijners, waaronder de Blauwschokker, zijn echte hoogklimmers. Ze worden zo’n 1.80 meter.

Zaaien van kapucijners

In de periode van maart t/m april zaai je kapucijners buiten. Kies een zonnige plek waar de grond – zand of klei – niet droog is, maar pas wel op met veel vochtigheid: de peulen rotten snel. Zorg voor een matige bemesting waarbij de grond niet te zuur wordt.

De oogst

Van half juni tot augustus kun je 2 à 3 keer oogsten. Houd de planten vast tijdens het plukken om beschadiging te voorkomen, de peulen zitten behoorlijk vast.

Bewaren van kapucijners

Kapucijners zijn het lekkerst als je ze direct na de pluk eet. Maar wil je ze bewaren, dan kan dat tot 3 dagen na de pluk. Leg ze daarvoor op een koele, donkere plek.

Goede en slechte buren

Zaai kapucijners niet naast gladiool, knoflook en ui. Goede buren zijn de aardappel, aardbei, aardpeer, andijvie, komkommer, kool, tomaat, wortel, radijs en spinazie.

Tips

  • Zaai de kapucijners 10 cm van elkaar
  • Bescherm de peulen tegen vogels, deze zijn gek op kapucijners
  • Geef alleen water bij warm en droog weer
  • Teel kapucijners ieder jaar op een andere plaats in de tuin

 

Lees ook:

Lees meer  Opvallend makkelijk