Ook met weinig ervaring kun je je eerste moestuin beginnen. Wij zetten een aantal handige weetjes en tips voor je op een rij.

De aanleg van een moestuin is niet moeilijk, ook als je geen of weinig ervaring hiermee hebt. Het begint met een goede voorbereiding. Het succes van je moestuin heeft alles te maken met de keuze van de plek, de kwaliteit van de grond, de bemesting en het (in)zaaien. Is deze basis goed, dan is de helft van het werk al gedaan.

1. Kies de juiste plek

Leg je moestuin aan op een plek met zowel zon als schaduw. Maak de ondergrond vlak, zodat regen- of sproeiwater goed opgenomen kan worden door de planten. Is het een winderige plek? Dan is het handig om je moestuin te omheinen met een groene haag. Een vak van 1,2 x 1,2 meter is genoeg om mee te beginnen.

 

2. Goede grond

De kwaliteit van de grond is erg belangrijk voor het slagen van de oogst. Bereid de grond, het zaaibed, grondig voor. Woel de aarde goed om en verwijder de zo veel mogelijk de oude begroeiing. Zorg vooral dat alle ‘onkruidresten’ uit je zaaibed verdwenen zijn. De grond mag niet meer bevroren of té vochtig zijn. De zaadjes kunnen dan niet goed kiemen. Hark de bovenste laag goed los en egaliseer de grond. Hoog de plek zo nodig op met tuinaarde. Zorg dat de bovenste 10 cm van het zaaibed bedekt is met moestuingrond.

 

3. Bemesting

Gebruik een niet te zware bemesting, daar kunnen kiemplantjes niet goed tegen. Een organische bemesting werkt voor een moestuin het beste. Over het algemeen geldt dat hoe meer mest, hoe meer blad. Dat is voor bladgroenten natuurlijk gunstig, maar bijvoorbeeld wortelgroenten geven dan vooral veel loof, en weinig wortel. Veel groenten houden er wel van om verwend te worden met wat compost.

Lees meer  Spitskool kweken

 

4. Start met makkelijke groenten

Als je net begint met moestuinieren, kun je het beste starten met groenten die makkelijk te telen zijn zoals sla, courgette, wortel, radijs, spinazie en snijbiet. Deze groenten hebben – naast het water geven – weinig verzorging nodig, je oogst kan dus bijna niet mislukken!

 

5. Zaai op het juiste moment

Het juiste zaaimoment verschilt per groente. Besef dat het gegeven zaai-advies op de verpakking alleen een richtlijn is. Het is daarom belangrijk om de weersvoorspellingen in de gaten te houden. Wordt het onverwacht koud voor de tijd van het jaar? Wacht dan nog even met zaaien. Je kunt wel alvast beginnen met voorzaaien binnen of in de kas.

 

6. Zaai niet te diep

Ook geldt dat hoe dieper je zaait, hoe groter de kans op rotten. Bovendien hebben moestuinzaadjes weinig diepte nodig. De stelregel is dat je een zaadje zo diep zaait als dat het zaadje groot is wanneer je het verticaal houdt. Dus is een zaadje 2 cm lang, dan zaai het 2 cm onder de grond.

 

7. Kweek gewassen per vak

Verdeel je moestuin in verschillende vakken. Per vak is het verstandig om één soort gewasgroep bij elkaar te planten. Denk hierbij aan een peulgewassenvak, een koolvak, bladvak, vruchtvak en een wortel- en knollenvak.

Lees ook – Hoe kun je de moestuin het beste indelen?