Is het een berk of een beuk? Een plataan of een populier? En onder die boom liggen kastanjes, maar zijn het tamme of wilde? In Nederland groeien 35 inheemse en talloze uitheemse boomsoorten. Al die verschillende bomen herkennen is een hele kunst – maar wel een kunst die iedereen kan leren.

Bomen herkennen

Vrijwel alle boomsoorten volgen dezelfde structuur: ze hebben een met bast beklede stam die uitloopt in takken, waar bladeren of naalden aan groeien. Deze kenmerken zien er bij iedere bomensoort weer anders uit. Daarom heb je aan je ogen genoeg om verschillende bomen van elkaar te kunnen onderscheiden. Het herkennen van dieren- of plantensoorten wordt ook wel determineren genoemd. Bij determineren bepaal je met welke soort je te maken hebt door telkens naar een specifiek kenmerk te kijken. Soorten die dat kenmerk niet hebben, vallen af. Er bestaan handige veldgidsen om soorten te herkennen, maar tegenwoordig zijn er ook veel determinatiesites en –apps.

Bladeren en naalden

In veel gevallen is de eerste stap om naar de bladeren te kijken als je wilt weten met welke boom je te maken hebt. Veel boomsoorten hebben namelijk bladeren die onmiskenbaar van vorm zijn, zoals de paardenkastanje met zijn grote, handvormige bladeren. In de herfst kan je kijken naar hoeveel blad er nog aan de boom hangt. Sommige soorten beginnen in september hun bladeren al te verliezen, terwijl andere in november nog steeds niet kaal zijn.

Bomen kun je aan hun vruchten herkennen, zoals een dennenappel.

Veel naaldbomen kun je aan hun naalden herkennen, want ook daar zit veel variatie in. De groeiwijze, kleur en het formaat van boomnaalden is bij iedere soort anders. Bijna alle naaldbomen kun je in de winter even makkelijk herkennen als in de zomer omdat ze groen blijven. Een uitzondering vormt de lariks: dat is de enige naaldboom die wél kaal wordt in de winter.

Vruchten en kegels

Je kunt planten in twee groepen verdelen: de bedektzadigen en de naaktzadigen. De bedektzadigen zijn planten die een vrucht rond hun zaad ontwikkelen. De naaktzadigen doen dat niet. Ook bomen kun je aan hun vruchten – of het gebrek daaraan – herkennen. Bij vruchten moet je niet alleen aan fruit denken, maar ook aan noten, peulen en de gevleugelde nootjes van esdoorns. Onder de naaktzadigen vallen alle naaldbomen. Deze hebben geen vruchten, maar wel vaak kegels zoals dennenappels of ‘besjes’, zoals de taxus, waaraan je de boom van andere soorten kunt onderscheiden.

Lees meer  Bomen op de erfgrens

Andere manieren

Er zijn nog veel meer manieren waarop je bomen kunt herkennen, maar daarvoor heb je wel een wat geoefender oog nodig. De schors van sommige soorten lijkt sterk op die van andere en bij veel bomen verandert de bast naarmate de boom ouder wordt. Ook de vorm van de boom, het gebied waar hij staat en zelfs de diersoorten die rondom hem leven kunnen je veel over zijn identiteit vertellen. Maar wie zijn eerste stappen in het herkennen van bomen zet, kan het beste eenvoudig beginnen en een goede determinatiemethode volgen. Bomen herkennen is niet alleen leuk en leerzaam, maar toont je ook nog eens hoe wonderlijk veelzijdig en uniek de natuur kan zijn.